Een carrière in de textiel

Het Tilburg uit Miets jeugd werd gedomineerd door de textielindustrie en door het idee dat meisjes uit arbeidersgezinnen geen vakopleiding nodig hadden. Het was te duur en onnodig: ze gingen immers toch trouwen. De meeste arbeidersdochters gingen daarom na de lagere school in de fabriek werken, sparend voor hun uitzet en dromend van hun toekomstige status van gehuwde vrouw.

Ook Miet werkte in de fabriek, maar droomde juist van opleidingen en zelfstandigheid. Ze zag veel onrecht en ontpopte zich als kartrekker – ‘herrieschopster’ volgens haar bazen – voor een eerlijke behandeling van arbeiders en vrouwen. In 1935 werd ze lid van de katholieke textielarbeidersbond St. Lambertus en niet lang daarna werd ze – 21 jaar oud! – in het hoofdbestuur gekozen. Ze volgde allerlei cursussen en begon in 1938 als enige vrouw aan een driejarige opleiding aan de Sociale School van de katholieke arbeidersbeweging.

In 1940 werd ze hoofdstopster. Eerst in Twente, maar na haar moeders dood in 1941 keerde ze terug naar Brabant en vervulde ze deze functie in textielfabrieken in Meerveldhoven, Tilburg en Eindhoven.