Laatste standplaats: Breda

In januari 1834 benoemde Willem I Chassé tot opperbevelhebber van de belangrijke vestingstad Breda. Toen de koning in 1839 eindelijk de onafhankelijkheid van België accepteerde, werd de staat van beleg in Breda opgeheven en het leger gedemobiliseerd. Chassé werd eervol ontslagen. 

Chassé was nog negen jaar lid van de Eerste Kamer, maar vanwege lichamelijke klachten kon hij nooit een vergadering bijwonen. Hij overleed in de nacht van 1 op 2 mei 1849 in Breda en werd op eigen verzoek in Ginneken begraven.